De volgende bewerkingen zijn van toepassing op
verschillende toepassingen:
30
Nok
ia E75
- De basi
spri
nci
pes
Druk kort op de aan/uit-toets om een ander profiel te
kiezen of om het apparaat uit te schakelen of te
vergrendelen.
Als een toepassing
meerdere
tabbladen bevat
(zie afbeelding),
opent u een tabblad
door op de
navigatietoets naar
rechts of links te
drukken.
Selecteer
Terug
om
de instellingen die u
in een toepassing geconfigureerd hebt, op te slaan.
Als u een bestand wilt opslaan, selecteert u
Opties
>
Opslaan
. Afhankelijk van de gebruikte toepassing zijn
er verschillende opslagmogelijkheden.
Als u een bestand wilt verzenden, selecteert u
Opties
>
Verzenden
. U kunt een bestand in een e-mailbericht
of een multimediabericht verzenden, of gebruikmaken
van verschillende verbindingsmethoden.
Om te kopiëren houdt u de Shift-toets ingedrukt en
selecteert u de tekst met de navigatietoets. Houd de
Shift-toets ingedrukt en selecteer
Kopiëren
. Om te
plakken bladert u naar de plek waar de tekst moet
komen, houdt u de Shift-toets ingedrukt en selecteert
u
Plakken
. Deze methode werkt misschien niet in
toepassingen die over hun eigen kopieer- en
plakopdrachten beschikken.
Als u verschillende items, zoals berichten, bestanden of
contacten, wilt selecteren, bladert u naar het
betreffende item. Selecteer
Opties
>
Markeringen
aan/uit
>
Markeren
om één item te selecteren of
Opties
>
Markeringen aan/uit
>
Alle markeren
om
alle items te selecteren.
Tip: Als u bijna alle items wilt selecteren,
selecteert u eerst
Opties
>
Markeringen aan/
uit
>
Alle markeren
, daarna selecteert u de
items die u niet wilt en vervolgens
Opties
>
Markeringen aan/uit
>
Markering
opheffen
.
Als u een object wilt selecteren (bijvoorbeeld een
bijlage bij een document) bladert u naar het object,
zodat er vierkante haken aan beide zijden van het
object verschijnen.